- de Marathon des Sables -

Een vreemd verzoek misschien, maar vergeet voor heel even waar je bent en loop met mij mee door een paleis van zand, in alle denkbare vormen, van okergeel tot zonsondergangrood, zowel schrikwekkend woest als van een betoverende schoonheid. Heet natuurlijk, met overdag temperaturen rond de 40-45 graden, maar dan toch vaak vergezeld van een verkoelende bries. Welkom in de Westelijke Sahara in het zuidoosten van Marokko, waar jaarlijks vanuit Ouarzazate, de Marathon des Sables gehouden wordt.

Laat je niet van de wijs brengen door alom opduikende kreten als 'de zwaarste voetrace ter wereld'. Zwaar is een relatief begrip en omgekeerd evenredig met de mate waarin je getraind en voorbereid bent. Kijk liever naar de cijfers: slechts vier procent uitval bij deze etappeloop waaraan zo'n 1200 deelnemers meedoen. Uit alle delen van de wereld, sommige landen werken zelfs met lange wachtlijsten, stromen de deelnemers toe om in zes etappes circa 250 kilometer door de woestijn af te leggen. Etappes van meestal 30 tot 40 kilometer plus één lange dag van pakweg 85 kilometer.

Getraind is iedereen die meedoet, de mate waarin verschilt alleen enorm. Ongeveer 60 procent van het deelnemersveld wandelt het door de organisatie uitstekend gemarkeerde traject namelijk.
Dat klinkt eenvoudig maar dat is het niet: wie wandelt heeft meestal tien kilo in de rugzak en loopt twee keer zo lang onder diezelfde hete zon als wie hardloopt (met vaak een rugzakje van zes á zeven kilo). Het parcours is behoorlijk afwisselend met behalve zandvlaktes ook duinen en rotsige bergen, hier en daar een Berberdorpje en een kleine oase als een waar fata morgana plus - helemaal ongelofelijk - de route is geen jaar hetzelfde. Elke etappe kent om de 10 tot 12 kilometer een checkpoint waar je niet alleen geregistreerd wordt maar waar je ook een nieuwe fles water toebedeeld krijgt. Behalve het sterk gerantsoeneerde water en de Berbertenten waarin je met acht man tegelijk overnacht, is iedereen hier zelfverzorgend, dat wil zeggen: slaapzak, kleding, eten en wat je verder nog mee wilt, moet allemaal op de rug gedragen worden. Dit alles valt vooraf op internet te lezen en ik weet dus waaraan ik begin. Denk ik.

Marathon des Sables


Maar in april 2010, als ik voor het allereerst de woestijn betreed en dat indrukwekkende kampement met meer dan honderd zwarte Berbertenten zie, klein in die enorme leegte die het tentenkamp omringt, schieten me de tranen in de ogen. Ik begrijp nog voordat de race begint, dat dit om zoveel meer gaat dan wie straks de snelste wordt. Niet alleen alle deelnemers, maar ook de uit 400 man bestaande vrijwillige staf, heeft glimmende ogen, verwachtingsvol, energiek. Een soort verbroedering die je haast vast kunt pakken, nú al. Misschien ook omdat er, direct na aankomst op het tentenkamp, nog een hele avond en een hele dag van acclimatiseren wacht. In die heerlijke tussentijd van er-gaat-wat-spannends-gebeuren-maar-nu-nog-lekker-even-niet, verwent de organisatie ons met driemaal daags een grandioos buffet. Het enige wat we daarvoor hoeven doen, is in de rij te staan. Een goede oefening, want in de rij staan zal de rest van deze week een regelmatig terugkerende activiteit worden, bijvoorbeeld bij het ophalen van de waterflessen, elke ochtend voor de start.

Intussen moeten we onze tassen inleveren met schone reiskleren, pantoffels en wat je verder allemaal meegenomen hebt maar niet mee wil nemen tijdens de komende race. Dat is wel even een momentje: mijn racerugzak wordt gewogen (is 'ie niet te zwaar of juist veel te licht?), ik krijg een enkelband met chip, een vuurpijl voor calamiteiten en een zak met tientallen zouttabletjes. Doodsbang ben ik voor die kleine witte dingen. Ik weet dat ik straks tijdens de race netjes zonder nadenken ieder half uur zo'n tablet moet slikken, maar die hele stapel zout aan mijn lijf toevoegen is toch wel een bizar ongezond idee.
"Het is noodzakelijk, slik ze consequent", drukt de staf mij op het hart. "Het is juist de énige manier om deze race gezond uit te lopen!"

 

″Na een nacht van woelen en draaien, is daar dan toch schrikwekkend snel het moment van opstaan op de eerste echte race-dag.″

 

Na een nacht van woelen en draaien, is daar dan toch schrikwekkend snel het moment van opstaan op de eerste echte race-dag. Overal kringelt rook omhoog van kleine eenmansvuurtjes. Armen, nekken en benen die ingesmeerd worden met factor vijftig. De tijdelijke wc's die om de haverklap bezocht worden. Terwijl we elkaar zenuwachtig monsteren ('hoe groot is jouw rugzak?', 'Wat eet jij onderweg?') worden de Berbertenten onder luide 'Yalla yallah'-achtige kreten door de Marokkaanse jongens van de staf afgebroken. Weg is ons onderkomen. Wat zal er gebeuren totdat ik die tenten op een andere plek weer zie - en vooral - hoe zal ik me dan voelen?

Marathon des Sables


Het startvak wordt door een immense Marokkaanse opblaastheepot gemarkeerd, die vrolijk in de wind heen en weer wiebelt. Er wordt gelachen, gezongen, op en neer gesprongen, bedrukt gekeken, omarmt, foto's gemaakt. Tot Patrick Bauer, staand op het dak van een terreinwagen, ons allen stil krijgt met zijn woorden. Deze aimabele Fransman die in 1984 een indrukwekkende solo voettocht door de woestijn aflegde om los van de stress op zijn werk te raken en sindsdien zo in de ban van dit landschap en zijn bewoners is geraakt dat hij, na ál die jaren Marathon des Sables, nog altijd laaiend enthousiast de namen opnoemt van wie hier vandaag jarig zijn. Waarna de muziek start. 'Highway to Hell' van ACDC schalt over onze hoofden in het startvak rechtstreeks de woestijn in. Die enorme brok in mijn keel. Het immense geluksgevoel, hier deelgenoot van te zijn. "Dix, neuf, huit…" en veel te snel "GO! - Bonne chance á tous!".

 

Marathon des Sables


″Dix, neuf, huit…" en veel te snel "GO! - Bonne chance á tous!″

Het eerste kwartier is er vooral adrenaline en zijn er heel veel voeten en heel veel stenen. Het kwartier daarna begin ik het zand om me heen te zien, het terrein van golvende duinen vlakbij en van daarachter indrukwekkend hoog oprijzende rotspieken, 'jebels' genoemd in het roadbook dat we allemaal uitgereikt gekregen hebben en waarin de route van elke dag nauwgezet beschreven staat. Dat boekje zit in mijn rugzak, het volstaat vooralsnog om de anderen dan wel de markeringen te volgen.
Pas na dat eerste half uur, als er ritme in mijn lichaam is gekomen en rust in mijn kop, pas dan begin ik werkelijk te zien. Waar het zand hard en dus het best beloopbaar is. Waar de meeste stenen liggen. Hoe ver en hoe weids alles is. Wanneer ik niet een voorganger door een langgerekt duindal moet volgen, maar zelf een beter beloopbaar traject over een duinrug moet pakken. Waar de beste klimroute omhoog die 'jebel' op ligt. Welke afdaalroute ik moet nemen. En hoe ongelofelijk sprookjesachtig mooi dit landschap is.

De hitte, het terrein, mijn rugzak en mijn voeten - het is gek en ik had het totaal niet verwacht, maar al snel voelt het als één geheel. Het gaat niet vanzelf, ik moet er keihard voor werken, maar het voelt razend goed. Het regiem van elke vijf minuten twee waterslokken geeft me rust want dit heb ik getraind en zo weet ik exact hoelang ik met mijn twee bidons kan doen. Elk half uur een zouttablet. Plus een reepje. Niet te hard, niet te langzaam, precies dat tempo waarvan je voelt dat het nog uren door kan gaan. Ik houd van dit gevoel.

 Marathon des Sables


Natuurlijk is zo'n gevoel bedrieglijk, duurt het altijd korter dan je wenst, maar misschien is de hele kunst juist om dat te accepteren. Dat het maar tijdelijk is. Dat het ergens altijd weer in buffelen en bikkelen overgaat. Misschien hoort het zo omdat alleen dán die finishlijn zo zalig is. En die mierzoete Marokkaanse thee, die elke deelnemer na de finish aangereikt krijgt als was het godendrank. Wat het op dat moment ook is.
De vermoeidheid giert nog na als ik naar 'mijn' Berbertent strompel en daar neerplof met mijn schamele bezittingen. Dat ik bezweet ben, vol zand en zonder douche, zal me worst wezen. Voor straks heb ik slechts één eiwitreepje en voor vanavond een triest zakje droogvoer maar ik heb zojuist drie grote waterflessen ontvangen. Ik ben de gelukkigste mens op aarde. Dát gevoel.


″Ik lach, jank en denk verward iets in de richting van 'dit was een van de mooiste dingen die…ik nóóit meer ga doen!'″

 

Die nacht onder de woestijnsterren, als 'ons' hele Berber-team weer compleet is en de anderen minstens zo voldaan als ik in hun slaapzak liggen, kan ik me nog net bedenken hoe bijzonder het is dat wij - als volslagen vreemdelingen in dit sprookjesachtige en tegelijk gevaarlijke landschap - zo'n voetreis mogen maken. Ieder in zijn of haar eigen tempo. Dan val ik als een blok in slaap tot zich de volgende dag alles weer van voren af aan herhaalt, in het magische ritme wat deze Marathon des Sables blijkbaar eigen is. Een ritme dat precies lang genoeg duurt om er elke dag mateloos van te genieten, maar absoluut niet langer moet duren dan die finish van de zesde etappe waarbij Patrick Bauer ons stuk voor stuk een medaille omhangt. Ik lach, jank en denk verward iets in de richting van 'dit was een van de mooiste dingen die…ik nóóit meer ga doen!'.

 Marathon des Sables

 

Marathon des Sables

 

Marathon des Sables


Marathon des Sables

 

Marathon des Sables

 

Nawoord
Jolanda Linschooten heeft in totaal drie keer deelgenomen aan de Marathon des Sables (in 2010, 2011 en 2015). In 2010 werd zij 2e bij de vrouwen en de 38e overall in 30 uur en 20'.

 

Tekst & fotografie Jolanda Linschooten