Topatleet Michel Butter staat op 3 november aan de start van de New York City Marathon. Run2Day’s Jerrel Baas gaat ook en stelde hem de belangrijkste vragen over deze legendarische marathon en de voorbereiding daarop. Een serie van drie, met als tweede de praktische kant van het marathonlopen.

Jerrel: ‘Hoe kun je je het beste voorbereiden op de marathon? Heb je tips om de reis goed te doorstaan?’

Michel: ‘Neem altijd antibacteriële zeep mee om je handen schoon te houden. Zit niet met je handen aan je mond of gezicht om besmetting te voorkomen. Tijdens de vlucht kun je het beste af en toe wandelen in het vliegtuig of wat rotatieoefeningen doen om je doorbloeding op gang te houden. Een vliegtuig is een bron van bacteriën; ik neem altijd extra vitamine-C en zink van goede kwaliteit voor mijn afweersysteem. Ik vlieg er op woensdag heen. Op donderdag ga ik even naar buiten; ik train twee keer en slaap tussendoor. Op vrijdag is er een USADA-congres en op zaterdag de technical meeting van de race. Op vrijdag en zaterdag ben ik heel strak bezig met eten; de tijd vliegt voorbij.

bxb 2/3 1 

Jerrel: ‘Neem je je eigen eten mee naar New York?’

Michel: ‘De eerste dagen in New York eet ik normaal, gewoon pasta bij een Italiaans restaurant met rundvlees of gehakt. Wat ik nodig heb, kan ik ook daar kopen, behalve vruchtenhagel. Geen gekke dingen. Van thuis neem ik die vruchtenhagel mee voor de koolhydraten en natuurlijk mijn sportvoeding. De laatste twee dagen voor de marathon eet ik veel rijst: veel koolhydraten en weinig vezels. In Londen had ik een eigen kookstelletje mee, zat ik in mijn eentje op mijn kamer mijn afgewogen portie rijst te koken, terwijl de andere atleten gezellig samen zaten te eten. Dat doe ik niet meer, hoor.’

 bxb 2/3 2

Jerrel: ‘Naast mijn fulltime baan bij Run2Day komt hardlopen op de tweede plaats, soms is het best moeilijk om tijd te maken om te kunnen trainen. Ik ben altijd op zoek naar de juiste balans. Als ik minder zou werken, zou ik zeker meer gaan hardlopen, dan zou ik niet alle trainingen in de avonden hoeven te proppen. Hoe is het als hardlopen je werk is?’

Michel: ‘Een tijdje ben ik fulltime atleet geweest, maar ik heb meer prikkels en intellectuele uitdaging nodig. Ik heb een actieve geest. Dus ik studeer naast het lopen; ik heb inmiddels drie masters afgerond en ik heb een gezin met twee dochters.’

Jerrel: ‘Slaap jij veel? Ik ga vaak rond twaalf uur naar bed en om half zeven gaat de wekker.’

Michel: ‘Slapen is zo belangrijk voor je herstel. Hoewel ik het fijn vind om ’s avonds nog iets te doen, ga ik altijd tussen half elf en elf uur naar bed en ik sta om half acht op. In de marathonvoorbereiding slaap ik vier weken in een hoogtetent, daar stap ik om half acht ’s avonds al in - maar dan kijk ik nog een serie of film. Het helpt me wel om in die introverte, gefocuste modus te komen. Overdag slaap ik trouwens ook nog anderhalf uur.’

Lees hier deel 1

bxb 2/3 3