Topatleet Michel Butter staat op 3 november aan de start van de New York City Marathon. Run2Day’s Jerrell Baas gaat ook en stelde hem de belangrijkste vragen over deze legendarische marathon en de voorbereiding daarop. Een serie van drie, met als derde Butter’s kijk op innovaties in het marathonlopen.

 

Jerrel: ‘Als je de loopsport vergelijkt met de wielersport, lijkt het wielrennen wat innovatiever op sommige vlakken. Wielrenners krijgen hun bidons vaak aangegeven uit een auto, terwijl marathonlopers nog steeds hun bidon zelf van een tafel moeten pakken - en dat gaat wel eens mis. En de materialen waar hun fietsen van zijn gemaakt, ontwikkelen zich ook. Hoe kijk jij daar tegenaan?’

Michel: ‘Eerst het schoenverhaal, met die carbonplaat. Aanvankelijk dacht ik dat deze schoen nooit geaccepteerd zou worden door de IAAF, omdat het tijdens het lopen als een soort springveer werkt. Vervolgens, toen het dus wel vaart liep, dacht ik: het is oneerlijk, want slechts één merk heeft die schoen. Maar nu zie ik dat dit soort ontwikkelingen de sport ook kleur geven. Er wordt harder gelopen door die nieuwe schoen. De stijging van het niveau en het breken van wereldrecords is te wijten aan die schoen, niet zozeer aan de atleten. Door de schoenen met carbon is een nieuw tijdperk aangebroken; je kunt oude tijden niet meer vergelijken met die van nu. Ook het lopen van negatieve splits komt nu vaker voor, eenvoudigweg omdat atleten in de eerste helft minder vermoeid raken en dus meer energie over houden voor de tweede helft. Je loopt niet zozeer vier procent sneller, maar je bespaart vier procent energie waardoor je uiteindelijk sneller kunt lopen. Ik krijg de schoenen nu zelf ook en ik ben heel benieuwd.

Wat het drinken tijdens de marathon betreft: ik heb ooit mijn bidon gemist omdat iemand anders hem had omgegooid. Toen had ik wel liever gehad dat iemand mij een nieuwe had kunnen geven, maar die tafels maken de sport wel eerlijk. Ook op het gebied van sportvoeding wordt veel geëxperimenteerd; zo zijn er onderzoeken naar hoeveel koolhydraten een atleet per uur kan verwerken. Je kunt uitrekenen hoeveel gram je per uur nódig hebt; maar of het dan zin heeft om meer mee te nemen dan je nodig hebt? Dat lijkt me alleen maar ballast.

TOT SLOT 

Jerrel: ‘Zou je liever de marathon van New York winnen of meedoen aan de Olympische Spelen?’

Michel: ‘New York winnen! Presteren is voor mij belangrijk, de Spelen halen niet per se. Ik heb dat niveau zes keer behaald - als ik er dan heen zou gaan en dertigste zou worden… mwah. In de top zes lopen op de Spelen of New York winnen? Dan wil ook nog steeds liever New York winnen; deze marathon is zo groots en zo sterk bezet.’

Jerrel: ‘Loop je met je hart of met je verstand?’

Michel: ‘In de basis loop ik met mijn hart, maar ik doe het niet als een kip zonder kop. Het is eerder een combinatie; ik gebruik ook zeker mijn tactisch inzicht.’ 

Jerrel: ‘Óf je moet altijd als je gaat hardlopen 42,195 kilometer rennen, óf je doet al je trainingen snelwandelend. Wat kies je?’

Michel: ‘Haha. Dan zou ik gaan voor altijd 42,195 kilometer lopen, want ik houd echt niet van wandelen.’

 

Lees hier deel 1 en hier deel 2 van het interview.